F R E E T I M E W E B
T R A N S P O R T S - C O L L E C T I O N


BERINICLUB NEDERLAND.
1962
Berini Jeunesse F69 I Sport
Berini Totaal

ARTIKELEN
FABRIEK./.STORY 
BOEKEN
DE OUD ROTTERDAMMER
HET MOTORRIJWIEL BLAD
NIEUWS
NRC
WERKEN BIJ BERINI
WIKIPEDIA
BERINI POST
.

 

Fabrieken

Berini bromfietsen
https://www.beriniclub.nl/historie/

Uittreksel van: www.bmwk.nL-Forumoverzicht Algemene onderwerpen niet specifiek en specifiek BMW K-serie

25 dec 2008
De Berini is een stukje historie van Rotterdam zoals je waarschijnlijk wel zal weten.
Maar de m17 ken ik niet.
Hieronder een klein stukje geschiedenis van de mooiste stad.( van Nederland )

Berini brommers en bromfietsen: m13, m21, m23, etc
Berini is een Nederlands bromfietsen merk opgericht direct na de oorlog in 1949 door naamgevers BErnd Neumann, RInus Bruynzeel en NIco Groenendijk. In tegenstelling dus tot wat de naam doet vermoeden is deze helemaal niet Italiaans van origine. Deze werd echter wel degelijk gebruikt om een Italiaanse indruk te wekken. De oprichters werkten allen bij de firma Hart Nibbrig & Greeve (HNG) uit Rotterdam.

Na de oorlog was aan alles een gebrek en ook vervoer was een probleem. HNG vatte het idee een auto te bouwen voor de gewone man. Financierder van het plan zou de Nederlandse herstelbank worden. Echter, toen eens een berekening werd losgelaten op het plan, kwam men erachter dat dit toch niet zo'n goed idee was. En liet men het plan varen. HNG liet zich hier echter niet door uit het veld slaan. HNG wist namelijk van ingenieurs uit Duitsland blauwdrukken van een hulpmotor te bemachtigen. De gehele motor inclusief benzinetank werd ingebouwd in de naaf van het achterwiel. Na het bouwen van enkele proefmodellen kon begonnen worden met testen. Al snel bleek dit niet echt practisch en werd besloten de motor in het voorwiel te bouwen. Twee aan elkaar maakte koplampen van een DKW motorfiets vormden het eerste tankje dat op een ei-vorm leek. De Berini M13 kreeg daarom al gauw de bijnaam: Het Berini EITJE
Anders dan bij de Solex kon de Berini op elke bestaande fiets worden gemonteerd en men kon de motor vanaf het stuur zodanig bedienen dat de rol vrij van de band kwam. De eerste eitjes waren 26 cc maar in 1951 werd dat al gauw 32 cc. De Berini had een roterende inlaat en de topsnelheid lag in de buurt van de 30 km/h en dat was beduidend hoger dan de 20 km/h van concurrent Solex. De eerste Berini's werden geintroduceerd eind december 1949.
Het motortje in het achterwiel waar het allemaal mee begon ging niet verloren, want dit zou de latere Cyclemaster worden

In 1955 kwam de eerste Berini-bromfiets uit. Het frame diende toen nog als brandstoftank. Er werden twee types gemaakt. De M 21 met een versnelling en de M 22 met twee versnellingen.
Later in 1958 werd ook weer de naafmotor uit de kast gehaald en kwam de "Speedomatic" in productie. De brommer was uitgerust met een systeem dat automatisch de gastoevoer steeds verder dicht kneep zodat de 38 km/uur niet kon overschrijden.

Nog later kwam Berini met gewone bromfietsen. In de jaren zeventig werden deze uitgevoerd met Anker- en Suzuki motoren.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

[Hor91] Servaas van der Horst
Berini, geschiedenis van een Hollandse brommer
ISBN 90 6868 044 7
Uitgeverij THOTH, Amsterdam, Netherlands, 1991

Het boekje dat Servaas van der Horst over de Berini heeft geschreven - een bewerking van een artikelenreeks in Het Vrije Volk - is een verdiende rehabilitatie van deze Hollandse brommer. Want Hollands was hij. Andere fabrikanten haalden de motortjes uit Duitsland (de meeste monteerden Sachs en JLO), Berini maakte ze zelf.

Het begon in 1949, in Den Haag. Bernhard Neumann, Rinus Bruynzeel en Nico Groenendijk ontwierpen een motortje dat net als een Solex met een stroeve rol het voorwiel kon aandrijven. Ze bedachten dat het motortje op een gewone fiets moest passen. Anders dan de Solex hoefde hij niet met een pook van de voorband worden getild, maar kon je met een hendel aan het stuur de motor van het wiel halen.

De cilinder hing naar beneden, ook dat was anders dan de Solex. Zeer bijzonder was de roterende inlaatschijf in het carter, een technische oplossing die Berini altijd trouw is gebleven. Het meest karakteristieke was de eivorm van het tankje, waar anderhalve liter mengsmering in kon. Die vorm was bij toeval ontstaan. Nico Groenendijk soldeerde voor het prototype twee oude koplampen aan elkaar en klaar was het eitje. Het hele motortje woog maar zeven kilo. Voor de naam wisten de constructeurs niets beters te verzinnen dan de eerste twee letters van hun voornamen achter elkaar te zetten: Be-ri-ni.

In december 1949 kwam het eitje op de markt en in de jaren daarop werden er tienduizenden van verkocht. Eerst waren het losse motortjes, later bracht de Rotterdamse fabriek - Pluvier geheten - ze compleet met stevig frame aan de man. 1954 bracht de opvolger, de M21. Een sober model, met een dikke voorframebuis die tevens als tank dienst deed. Een echte brommer, met kettingaandrijving en een motor die zat waar hij hoorde: bij de trapas. De M21 werd een enorm succes. Er kwamen luxe-uitvoeringen met een bolle tank, achtervering en meer kleuren. Er kwamen uiteindelijk ook versnellingsbrommers: de M22 en nog later zelfs sportieve modellen: de Junior, de Jeunesse, de Supersport. De namen klonken jeugdig, maar Berini vond geen aansluiting bij het jonge koperspubliek.

Vanaf het midden van de jaren zestig ging het mis. De EEG en Puch veroverden de markt, en niemand wilde de steeds duurdere brommers van Berini hebben. In 1964 ging Pluvier failliet, maar in 1966 kon de fabriek met steun van de steenkolenmijn Laura weer motortjes fabriceren, onder meer voor Gazelle. In 1981 kochten Koreaanse en later Indiase zakenlui de naam en de tekeningen op en de fabricage werd naar het Verre Oosten verplaatst. Vorig jaar nam de Rotterdamse fietsenimporteur Alblas de import van deze orientaalse motortjes ter hand en toen was de Berini na een lange omweg weer terug.

Het boekje van Van der Horst is een mooie ode aan deze Hollandse brommer. De illustraties zijn fraai en roepen veel tedere herinneringen op, de tekst is bondig en informatief. Overdrukken van instructieboekjes en roadtests geven een aardige aanvulling.

Aan de korte hoofdstukjes is te zien dat ze hun bestaan zijn begonnen als krantestukjes en dat is tegelijkertijd het minpunt van het boekje. Het blijft vaak iets te fragmentarisch en de liefhebber wil natuurlijk altijd meer weten. Ik miste bijvoorbeeld een uiteenzetting over de Berinette, een bekende en succesvolle M21-variant. Verder kan ik me herinneren dat er ook eens een Berini met een Suzuki-motor is geweest. Daarover lezen we echter niets. Maar het zijn details. Het startschot is gegeven. Nu nog het Puch-boek en het Mobylette-boek. Of beter nog: Het grote brommerboek, waarin die hele merkwaardige subcultuur uit de jaren zestig eindelijk de behandeling krijgt die hij verdient.


BERINI DE BESTE BROMFIETS
 Dick & Janet Kool
 Drukkerij Steenman. Enkhuizen
 Prive Uitgave

BERINI IS EN BLIJFT DE BESTE
 BROMFIETS
 Jan Bosveld
 Kievit & Multicopy /  wwk.k-c-m.nl

 


Klik voor vergroting / Click Picture to Enlarge
- Copyright DE OUD ROTTERDAMMER 18.04.06 -



Klik voor vergroting / Click Picture to Enlarge
- Copyright HET MOTORRIJWIEL HMR 10 - 1994



Klik voor vergroting / Click Picture to Enlarge
- Copyright WERKEN BIJ BERINI



Rehabilitatie van een Hollandse brommer


Berini - het verhaal



 


© Copyrights Freetimeweb